De weblog van:

Mijn foto
Leiden, Netherlands
Kunstschilder, graficus, beeldhouwer, bassist

zondag, februari 26, 2006

Studeren op lucian Freud.

Varkenshaar, warme grijzen met vermilioen en smeren in aangedroogd titaan. Toetsen maken en een schoon palet. Ik kom iets verder. Maandag verder.

donderdag, februari 23, 2006

foto-shoot

Rob O was in mijn atelier. Hij werkt aan foto-boek. En ik kom er ook in. Da's mooi. De jongens had ik naar buiten gebonjourd met een kapot croquetspel. "Ga maar buiten kleumen, mannen!"
Braaf druipen ze af.
Het wordt een heel gesleep. Voor de foto moet het halve atelier verbouwd worden, maar het is inderdaad beter zo. De compositie van mijn Lijn 2 blijkt naadloos aan te sluiten op die van de metselloods. Dat heeft Rob heel goed gezien. Hij componeert zoiets als een schilder. Maakt eerst een grisaille in polaroid. Schuift met contrasten en doet mij kunstig een voetje verschuiven voor de ideale pose.
Een tapijt van Insteek-latjesop de voorgrond, leek ons een goede regie vondst. Als de lampen goed staan en de compositie is er wel zo'n beetjeis , is het tijd om te spelen met wat we hebben. De verkleumde jongens bemoeien zich er ook mee. Ze mogen, onder belofte van een krentenbol en donut meekijken. Lars en Siemen figureren in de laatste shoots. Marc krijgt ook een rolletje.
Een vakman.

dinsdag, februari 21, 2006

De gipsen apen van Blijdorp

de Verkade-albums bij ons thuis. Ik heb ze stukgelezen. Vooral die twee over dierentuinen. Er was er een met een aapje, een ander had een damhertenfamilie voorop. het apen-boek was mijn favoriet. Er was een plaat van een (wol?)-aap dat leek op een roze oud mannetje. Ik herinner me een grasveld met een chimp die zich rechtop opricht met een tak, bij een autoband, toeschouwers aan een hek in de verte.
Er was iets gruwelijks en geheimzinnigs aan die platen. Er was een serie over de vogelverblijven in Artis. Steltlopertjes en vreemde duiven. Allemaal even onwaarschijnlijk van kleur.
En die roerdomp. Er was een grote plaat van watervogels bij een donkere dreigende ruine. Met een roerdomp dus. Mijn vader kon de roep van een roerdomp imiteren op een lege bierfles. Ik schrok me rot.
Door de Verkade-albums ben ik verslingerd geraakt aan oude dierentuin-architectuur. het leeuwenverblijf in Rotterdam. Die dieren doen me niks. Het is het hok dat telt. Je ziet in zo'n verblijf hoe vroegere genraties omgingen met dieren. Ik bedoel niet de krapte, maar hoe het gebouwd is. Zo'n verblijf is net een Follie. Het heeft een stijl, maar geen functie. De facade dient nergens toe, een soort joyeus opsmuk dat de bewoners niets zegt. Die leeuw (tegenwoordig huizen er hyena's) zal het worst wezen hoe zo'n hok is ingedeeld.
Nog veelzeggender zijn de dier-sculpturen die in een dierentuin staan. Ik ben altijd erg dol op die rij gipsen apen die in de riviera-hal van Blijdorp in de gang staan die naar de mensapen leidt. negentiende eeuw schat ik. Toen was een zo'n aap nog een mysterieus gevaarlijk wezen, waarin een ontembare kracht schuilt. Goede beelden.
Geen dierentuinbezoeker die zo nog naar een aap kijkt. Mysterieus en ontembaar komen ze ook niet over, die meute onderuitgezakte en neuspeuterende zilverruggen. Lachen in het apenhuis is er ook niet meer bij. Zoiets doe je niet. Mijn zoons zouden woest worden.

maandag, februari 20, 2006

Artisan.


Als ik even verder niks bij de hand heb, gebruik ik vaak die Artisan verf (Winsor & Newton) voor kleine olieschetsen op karton. Zoals nu. Ik kan me nu even geen geknoei met terpentine veroorloven (kinderen hebben vakantie), dan is deze verf een goede oplossing. Kan ik toch thuis werken. Zo goed en kwaad als het gaat.
Het is olieverf, zeker, onmiskenbaar. De lijnolie is dusdanig gemodificeerd, dat het geen water afstoot, maar oplosbaar is in water. In beperkte mate kun je traditionele olieverf toevoegen, wat ik steeds meer doe, want de kleurkracht van deze verf neemt snel af. De kwaliteit laat te wensen over. De roden en gelen zijn niet best vind ik. De okers, het cobalt en de sienna's zijn weer heel goed. Vreemd. Winsor levert ook een stroperig medium bij deze serie, die me wel bevalt. Die gebruik ik veelvukldig, maar ik neem hiermee een risico. In combinatie met gewone olieverf, rageertdit medium heel vreemd. De droogtijd neemt gigantisch af(wat ik niet wil), de vloeing van de verf neemt snel af (zeker als de verwarming hoog staat, zoals nu). Dat los ik op door "gewoon"-Goedman schildersmedium toe te voegen. Dat kan dus eigenlijk niet....

donderdag, februari 16, 2006

Gluren naar HKO


Ik kon op bezoek bij een verzamelaar. Hoe wordt je dat vraag ik me af. Daar rol je in begrijp ik. Of je wordt gebeld dat er weer een te koop is: een HKO (Harm Kamerlingh Omnes). En voor je het weet ben je er dan een. En dat weet Christies dan ook.
Ik werd langs de topstukken geleid. En er hing voor een vermogen... Verrukkelijke schilderijen. Niet alles, maar toch. Je zou ze maar hebben.
Ik had er 1 zien hangen achter de balie. Zomaar in het wild. Dat is gaaf, dacht toen nog. Dus had ik gemaild. En ik kon komen. Nog even en ik hang er zelf.
Ze liet ze zien als toonde ze haar kinderen. En zo hoort het ook. Dat moet bij verzamelaars. Je kinderen moet je in de buurt hebben, en af en toe even liefdevol naar gluren.

dinsdag, februari 14, 2006

Terug naar varkenshaar.

Ik ben terug bij af. Zoals ik geleerd heb op de KABK: olieverf hanteer je met varkenshaar. In loop der jaren, heb ik me daar van afgekeerd, jarenlang aan runder geweest, das geprobeerd, in een dolle bui 100 euro aan marter uitgegeven. was in no time versleten. Nooit meer.
Toen: synthetisch, kattetongen van runder. Dat was de methode.
Nu ben ik weer terug. Ik wil sporen zien. Rauwe smerige sporen .In vette (liefst overjarige) olieverf. Simpel eigenlijk.

maandag, februari 13, 2006

de sjaal aangepakt.

Ik werk voornamelijk aan de rechterzijde van het doek. Bij de treurige ambtenaar in de rode jas heb ik de sjaal aangepakt. dat mei-groen beviel niet. Dit warme grijs is veel beter. Ik kan er altijd nog een schotse ruit of iets dergelijks op zetten. Zijn oren heb ik nu voor de vierde keer opnieuw opgebouwd. Ze zijn nog steeds gigantisch, maar nu beter van toon.
De menging van de palen maak ik nu met meigroen, een flinke hap camium geel donker en Van Dyck-bruin. Uiteraard hoe meer naar voren hoe meer Van Dyck.
Over de blauwe buitenwereld, breng ik een glaceerlaag aan van LeFranc-cobalt (die zo koud is, dat ie nauwelijks uit de tube wil), ook over de voorkant van de tram. Het bevalt me, maar ik hoop dat het allemaal technisch kan.
Mijn nieuwe beleid. Vette slotlagen met soepige verf, maar wel met varkenshaar aangebracht. Sporen wil ik zien. Vooral in de slotlaag. De schaduwen op de stoelen brng ik aan met een grijs op basis van rode oker, zink, en weer; Van Dyck.
Toch: het gebrek aan viscositeit van mijn medium begint me steeds meer te irriteren. Toch maar weer eesn Liquin proberen. En ook, aan de studie, ik ga die Lucian Freud, toch aanschaffen. Geldproblemen of niet.

De wonderkamers(gemeentemuseum).

De jongens moeten heel vroeg zwemmen vandaag. En S is naar een vriendje. Logeren. Mooi. Tijd voor degelijk museumbezoek. Het is tenslotte weekend. Het GM was altijd al favoriet. Maar nu is de leeftijd aangebroken voor L en D om enthousiast te worden. Dat lukt, want het GM heeft iets nieuws: de wonderkamers.
Normaal gesproken ben ik tegen het multi-mediaal pimpen van een collectie. maar dit kan. en sterker: het werkt. Alles bewijst hier dat museum-bezoek verre van saai is. de jongens zijn er met moeite uit te krijgen. Je kan er je favoriete Breitner (met lorgnet) zien of ie bij iemand thuis hangt en vijf meter verder een bod uitbrengen op chinees aardewerk. Beng! Je kan drummen en loungen, stoffen voelen en korsetten proberen. Je kan op stap met Berlage en meelachen met maffe video-shorts. Alles kan en alles mag. Heel goed.

vrijdag, februari 10, 2006

met god gesproken



Ik heb vandaag met god gesproken. Met een kleine letter, maar toch. Hij viel best mee. God blijkt een kunstenaar. Maar dat vermoedde ik al. Deze god schiep een universum aan het strand van Scheveningen, en laat daar zijn wezens rondartelen. Als hij de kans kreeg zou ze alleen laten. Ze leven van de wind en ze kunnen zichzelf al redden. Ze zullen zich uiteindelijk gaan voortplanten. Nature finds a way.

Zoals elke fatsoenlijke schepper is Theo Jansen, een schepper die de tekortkomingen van zijn Genisis onderkent. Want het is maar ijdelheid natuurlijk, de schepping op eigen houtje overdoen. Dat moet mis gaan. Dat weet Theo ook dondersgoed. God straft onmiddellijk.

We spraken erover. Ik vroeg Theo: begrijp je wel dat je wezens altijd gemaakt zijn naar voorbeeld van echte evolutie en fysica. Dat is misschien een gevaarlijke combinatie, scheppen en nadoen tegelijk. Kan dat wel?

Theo denkt van wel. Ik ga snel eens kijken.

donderdag, februari 09, 2006

Linke soep.

Linke soep. Net voordat A arriveert, ketst het zaagblad van mijn Ferm afkortzaag op een kopspijkertje. Het zaagblad vervormt en slaat ratelend tegen de zijkant van de gleuf die is aangebracht om het blad ruimte te geven in draaiende toestand. Een flinke vonkenregen, en het ziet er naar uit dat ie nu toch echt de vuilnisbak in kan, deze Ferm. Het is en blijft troep van de Gamma. Maar we moeten door vanavond, dus voer ik een reparatie met de nijptang uit. Voorzichtig proefdraaien nu. Geen vonken meer, maar wel een vreemd ratelend geluid. A is bezorgd. Ik moet een bril op vindt ze. Je hebt maar 1 paar ogen, meent ze, en ze heeft gelijk. De zaagsnede is natuurlijk niet om over naar huis te schrijven, maar voor dit doel: latten doorknallen, voldoet ie nog prima...
Op zoek naar ander hout, sluipen we die avond, door de donkere gangen van de haagweg, naar het atelier van Youp. Veel macabere herinneringen aan Youps overlijden, maar geen stapels latten, zoals ons door K. was voorgespiegeld. Dan maar naar de vliko.

woensdag, februari 08, 2006

tempera maken op de eerste Leidse.

Ik ben zeer op tijd, zoals ik gewend ben en breek in in het ochtend-kringgesprek. Deze juf is lichtelijk gestressed. Dat maakt het moeilijker. De ELS houdt niet van geklieder en daarom is het ei-mengsel al vooraf in melkflessen voorbereid. Jammer. Ik ben daar niet zo voor. Geen magie van het eierscheiden meer...
Ze luisteren redelijk, concentratie laat te wensen over, maar het gaat niet zoals het moet gaan. grotendeels mijn fout. Morgen doe ik het beter. Ik deel Rembrandtjes uit op postkaartformaat en grijp in bij te droge bakjes. Weinig durf in deze groep. Morgen wordt beter.
Die middag de petroleum geprobeerd. Lijkt sterk op medium wat te lang gestaan heeft. benieuwd hoe het opdroogt.

zondag, februari 05, 2006

petroleum snuiven met de broertjes Maris

Een meevaller. Op een suffe kinderpartij tref ik de kleinzoon van de haagse lijstenmaker vanDam, die nog uit picknicken ging met de broertjes Thijs en jacob Maris. de kleinzoon van opa Van Dam is nu zelf opa. Zo snel gaat dat. We spreken over verdoeken met de strijkbout (bijenwas!)en hoe gelukkige schilders van onderaf een opzet maken. Hij wil graag dat ik eens met petroleum experimenteer, een uitvinding van Opa van Dam, zo verneem ik.
Ik ga dat doen, al is het maar om de geur van die oude Haagse jongens op te snuiven...

donderdag, februari 02, 2006

Wat is grijs?

Wat is grijs?
Grijs is zo gemaakt. Zinkwit en gebrande omber. Ivoorzwart en zinkwit. Emerald en kraplak.
Kobalt en gebrandde sienna. Noem maar op. En voor de leken: zwart en wit.
Grijs bestaat niet. Er is geen grijs. Er is alleen een oneindige variatie aan tinten die grijs genoemd worden maar ZO TOTAAL verschillen van temperatuur en kleurkracht, dat ik moet blijven zeggen: grijs bestaat niet.
Ik hou ervan, van grijs. tertiare kleuren zijn dankbaar. Ze laten zien wat verf doet, wat verf kan.
Grijs kan zich ook vreemd gedragen. Zet iets naast het grijs, en het grijs krijgt die eigenschappen, echt waar.
Leve het schilderen. Leve het grijs.